Variabelen

Variabelen spelen in programmeren een belangrijke rol. Een computer kan alleen maar werken met de data die hij krijgt, meestal in de vorm van variabelen. In het filmpje waren de oventemperatuur en de tijd twee variabelen die voor de oven van belang zijn. Het bijzondere van een variabele is dat hij altijd een naam heeft, terwijl de waarde kan veranderen (dit is anders dan bij variabelen die in de wiskunde worden gebruikt!).

In de praktijk kom je variabelen bijvoorbeeld tegen bij aardrijkskunde. Elk land heeft een hoofdstad (naam van de variabele), maar het hangt van het land af welke stad dat precies is (waarde van de variabele). Bij taal-ontleding hetzelfde: elke zin heeft een onderwerp (naam van de variabele), maar per zin kan het onderwerp weer verschillend zijn (waarde van de variabele). Je kan zowel het land als de zin beschrijven aan de hand van een aantal eigenschappen, namelijk de variabelen!

In de programmeertaal Python kan je variabelen op deze manier toewijzen en uitlezen:


hoofdstad = “Amsterdam”
print(“De hoofdstad van Nederland is ” + hoofdstad)

Sjef legt het uit:

Dit onderwerp wordt onder andere behandeld bij: